From 1 - 10 / 43
  • Deze dataset bevat overstromingsgebieden die significante negatieve effecten hebben gehad wat betreft de gezondheid van de mens, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid. De EU richtlijn Overstromingsrisicos (ROR) vraagt lidstaten een voorlopige overstromings risicobeoordeling uit te voren (artikel 4). Een onderdeel daarvan is een beschrijving van de overstromingen die zich in het verleden hebben voorgedaan en die significante negatieve effecten hebben gehad. In dit kader geeft het rapport Overstromingsrisicos in Nederland, 2018. Voorlopige overstromingsrisicobeoordeling en aanwijzing van gebieden met potentieel significant overstromingsrisico in het kader van de Europese Richtlijn Overstromingsrisicos (ROR) 2e cyclus 2016 tot en met 2021 een overzicht van belangrijke overstromingen die zich in het verleden hebben voorgedaan en die hebben geleid tot aanzienlijke negatieve effecten. Deze overstromingen hebben vaak grote betekenis hebben gehad voor de ontwikkeling van de waterhuishoudkundige infrastructuur van Nederland.

  • Indeling van de vaargeul in lodingsvakken

  • Internationale bestuursgrenzen continentaal plat

  • Richtlijn Stedelijk Afvalwater kwetsbaargebied zoals gerapporteerd naar de Europese Commissie tbv EU rapportage Stedelijk Afvalwater 2020

  • Richtlijn Stedelijk Afvalwater kwetsbaargebied zoals gerapporteerd naar de Europese Commissie tbv EU rapportage Stedelijk Afvalwater 2024

  • Restrictiegebieden waarin geen mijnbouw of windturbineparken activiteiten op het Nederlands Continentaal Plat plaats mogen vinden, zoals deze zijn opgenomen in de Mijnbouwregeling 2014. Gepubliceerd in Staatscourant nummer 4928, van 22 februari 2014. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 februari 2014, nr. WJZ/13208613, tot wijziging van de Mijnbouwregeling. Bronvermelding: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, aanspreekpunt Rijkswaterstaat Zee en Delta ETRS89, UTM zone 31 N

  • MER zoekgebieden tussen 2028 en 2037

  • Mariene rapportage eenheid voor Nederland afkomstig uit Kaderrichtlijn Mariene Strategie mariene rapportage eenheden Nederland. Voor deze gebieden voert Nederland in het kader van de artikel 8, 9 en 10 van de KRM assessments uit.

  • Militaire gebieden op de Noordzee welke gebruikt worden voor militaire schietoefeningen met geschut zowel vanuit de kust als uit vliegtuigen (het omvat vlieggebieden en schietterreinen), zoals deze zijn opgenomen in de Mijnbouwregeling 2014. Gepubliceerd in Staatscourant nummer 4928, van 22 februari 2014. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 februari 2014, nr. WJZ/13208613, tot wijziging van de Mijnbouwregeling. Bronvermelding: Ministerie van Defensie ETRS89, UTM zone 31 N

  • Gebieden met Potentieel Significant Overstromingsrisico in Nederland type C bevat een selectie van de aangewezen gebieden uit het rapport Overstromingsrisico’s in Nederland, 2018 die geclassificeerd zijn als A, B, C en gerepresenteerd als vlakken. Voorlopige overstromingsrisicobeoordeling en aanwijzing van gebieden met potentieel significant overstromingsrisico in het kader van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) 2e cyclus 2016 tot en met 2021. De gebieden zijn aangewezen op basis van de volgende uitgangspunten. Gebieden worden onderscheiden naar de vier afzonderlijke stroomgebiedsdistricten. Gebieden worden onderverdeeld naar de vier typen (A, B, C, D) overstromingen waarmee het verschil in bescherming tot uitdrukking komt, evenals de diversiteit in verantwoordelijkheden en rollen van betrokken overheden. De begrenzing van de gebieden wordt gebaseerd op uiterste grenzen van het potentieel overstroombaar gebied, zoals vastgesteld op basis van simulaties uit de landelijke database overstromingen. Voor de primaire waterkeringen is het gebied aangevuld tot de hoge gronden lijn. De rijkskanaaldijken maken deel uit van de aangewezen gebieden. In totaal worden er in Nederland 14 GPSOR onderscheiden. Gebieden van het Type D komen in het Eems en Schelde stroomgebied niet voor. Er zijn gebieden die zowel kunnen overstromen vanuit het hoofdwatersysteem (B) als het regionale watersysteem (C). Na publicatie is gebleken dat in de bestanden enkele fouten voorkomen. Voor gedetailleerde analyses naar de omvang van overstromingen wordt daarom verwezen naar de landelijke database overstromingen.