From 1 - 10 / 145
  • Historische meetgegevens betreffende de fysisch-chemische en chemische componenten van het oppervlaktewater in de rijkswateren. De resultaten zijn afkomstig uit het nationale meetprogramma Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). Er worden veel verschillende parameters gemeten in het oppervlaktewater. Afhankelijk van de soort meting en locatie wordt incidenteel, eenmaal per jaar tot dagelijks gemeten. Deze dataset vormt samen met de datasets Zwevend stof en Waterbodem de serie Waterkwaliteit - Chemisch.

  • Overzicht van de projecten voor waterkwaliteit in het kader van Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW). Het BPRW geldt voor de jaren 2010-2015. Daarbij kunt u denken aan Ruim baan voor vis, Schoon water en Herstel leefgebied en uitvoeren van primaire beheer van watersystemen

  • Betreft monitoringsdata. Het Offshore Windpark Egmond aan Zee is het eerste offshore windpark dat in de Noordzee voor de Nederlandse kust is gebouwd. Het park bestaat uit 36 windmolens met ieder een vermogen van 3 MW. De locatie van het park ligt 10 tot 18 kilometer uit de kust bij Egmond aan Zee. Het is een demonstratiepark: De hier ontwikkelde kennis en opgedane ervaring is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van windenergie op zee. Hierbij gaat het om techniek, ecologie, economische en maatschappelijke haalbaarheid. NoordzeeWind, een consortium van Nuon en Shell en eigenaar van OWEZ, won de tender voor OWEZ in combinatie met het zogenoemde MEP-NSW onderzoeksprogramma, een onderzoeksprogramma opgezet door de Rijksoverheid in 2006. Hierin staan leerdoelen voor de ontwikkeling van wind op zee. Het MEP-NSW heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de leerdoelen van offshore windenergie. In het monitoring- en evaluatieprogramma staan de volgende ecologische vraagstukken centraal: •Vogels: vliegpatronen, aanwezigheid, intensiteit, seizoen, dag/nacht in verband met inschatting aanvaringsrisico’s: Vogels: verstoring leef-/foerageergebied, barrièrewerking. De invloed van onderwatergeluid op vissen en zeezoogdieren. De variatie en dichtheden van het onderwaterleven en het functioneren als refugium.

  • Betreft monitoringsdata. In de periode 2008-2013 heeft het Havenbedrijf Rotterdam de eerste fase van Maasvlakte 2 aangelegd. De nieuwe haven beslaat zo’n 2,5% van de totale Voordelta, een Natura2000 gebied. Zowel de aanleg als de aanwezigheid van de haven heeft volgens de Milieu Effect Rapportage (MER) effecten op aanwezige dier- en plantensoorten. De effecten van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2 voor de natuur en leefomgeving zijn met verschillende maatregelen gecompenseerd en gemitigeerd. Zo is een bodembeschermingsgebied van 25.000 ha in de Voordelta ingesteld (10x de grootte van het oppervlak van de nieuwe haven) met daarbinnen rustgebieden voor vogels. Daarnaast is er in 2009 een nieuw duingebied gerealiseerd bij ‘s Gravezande (Spanjaardsduin) om de stikstofdepositie die na ingebruikname van de Tweede Maasvlakte toeneemt, te compenseren. Ook zijn diverse maatregelen genomen om de effecten van de aanleg te compenseren en mitigeren. Om de effectiviteit van deze genomen maatregelen te monitoren zijn drie Monitoring- en Evaluatieplannen (MEP) opgesteld en uitgevoerd.

  • Historische meetgegevens betreffende Algen, Fytobentos, macrofauna. De resultaten zijn afkomstig van de landelijke monitoringsprogramma's van Rijkswaterstaat. Afhankelijk van de soort meting en locatie wordt eenmaal per jaar tot dagelijks gemeten..

  • Site van de samenwerkende organisaties voor de Waddenzee. Beschrijving van het monitoringsprogramma TMAP

  • De kartering 2008 is uitgevoerd voor 5 locaties: Koningssteen, Ooijen, Aijen, Bergen en Beugen. De Oude grenzenmethode is toegepast, waarbij de kartering 2009 het uitgangspunt is. De kartering is vervaardigd volgens de methodiek 3de cyclus Ecotopen. Aanpassingen voor het programma Natuurvriendelijke oevers Maas zijn beschreven in de toelichting Monitoring vegetatiestructuur en oeverlijn Eroderende oevers Maas 2008/2009 . Voor de kartering is de fotovlucht, opgenomen d.d. 26 spetember 2008 en 20 oktober 2008 (RGB-kleuren), gebruikt. Er is gevlogen op schaal 1:10.000 met een grondresolutie van 12 cm. In de Ecotopenvlucht 2008 is een fout in de geometrie geconstateerd varierend tussen 1m en 3m. Om deze reden zijn alleen de genoemde locaties uitgewerkt. Naast de vegetatiestructuur is ook de 'bovenkant talud' en de 'bovenzijde erosierand' vastgelegd.

  • Orthofotomozaiek van het projectgebied Oosterschelde vervaardigd uit stereoluchtfoto-opnamen op 24-07-2019 ter ondersteuning van het vegetatie monitoringsprogramma in opdracht van WVL

  • De kartering is vervaardigd volgens de methodiek 3de cyclus Ecotopen. Aanpassingen voor het programma Natuurvriendelijke oevers Maas zijn beschreven in de toelichting Monitoring vegetatiestructuur en oeverlijn Eroderende oevers Maas 2009 . Als basis voor de kartering is in de fotovlucht d.d. 2 en 21 juni 2012 (infrarood) gebruikt, gevlogen op schaal 1:5000 met een grondresolutie van 6 cm. Naast de vegetatiestructuur is ook de 'bovenkant talud' en de 'bovenzijde erosierand' vastgelegd.

  • De kartering is vervaardigd volgens de methodiek 3de cyclus Ecotopen. Aanpassingen voor het programma Natuurvriendelijke oevers Maas zijn beschreven in de toelichting Monitoring vegetatiestructuur en oeverlijn Eroderende oevers Maas 2009 . Als basis voor de kartering is in de fotovlucht d.d. 2 en 21 juni 2012 (infrarood) gebruikt, gevlogen op schaal 1:5000 met een grondresolutie van 6 cm. Naast de vegetatiestructuur is ook de 'bovenkant talud' en de 'bovenzijde erosierand' vastgelegd.