From 1 - 10 / 135
  • Korrelgrootte (D50) zand bovenste 15 cm zeebodem in polygonen

  • Globale beschrijving van de bodemopbouw vanaf 5m -NAP. Deze bodembeschrijving is gebasseerd op meer dan 7000 boringen die in de afgelopen deccenia zijn verricht. Per 1 m dikte zijn de boringen naar een gebiedsdekkend raster (250m x 250m) vertaald met behulp van Voronoi interpolatie en is bepaald welk bodemtype het meest voorkomt per diepte interval (bijvoorbeeld 5-10m -NAP). De onderscheidden diepteintervallen zijn weergegeven in de tabel. Per diepteinterval is het dominante bodemtype vermeld (zand, klei, veen, leem, keileem, gyttja, zavel of onbekend of overig). Waar zeefwaarden bekend waren, is bij de bodemsoort zand onderscheid gemaakt tussen fijn, middelgrof en grof zand (voor lagen dieper dan 15m -NAP). Detailinformatie over de bodemopbouw kan worden opgevraagd bij de Meet- en Informatiedienst van RWS IJsselmeergebied. De berekeningen zijn uitgevoerd door bureau Explostat, Almere.

  • De Globale Archeologische Kaart van het Continentale Plat geeft de trefkans van scheepsvondsten voor het Nederlandse deel van het Continentale Plat weer. Deze kaart wordt om twee redenen als aparte kaart gepresenteerd. In de eerste plaats sluit het schaalniveau niet aan op dat van de IKAW. De karteringsschaal van deze kaart is 1:500.000. In de tweede plaats is het voor het landgebied gebruikte coordinatensysteem hier niet van toepassing. Het geografisch referentiekader bestaat uit UTM coordinaten. Ook op deze kaart wordt de trefkans aangegeven in drie categorieen. De definitie van de hoge trefkans komt overeen met de onder water gelegen gebieden op de IKAW. De grens tussen middelhoog en laag is echter niet gelegd bij de aan of afwezigheid van schuinsgelaagde geulafzettingen. In de middelhoge waardering van deze kaart zijn ook die gebieden opgenomen waarin de toedekkende zandgolven een hoogte van meer dan 4 meter hebben. Op een aparte kaartlaag zijn de gebieden aangegeven waar venen en kleien bewaard zijn gebleven. Waar het om vroeg Holocene afzettingen gaat kunnen onder en in het basisveen resten uit het Mesolithicum voorkomen.

  • Van de Westerschelde is in 2016 een ecotopenkaart gemaakt. Een zoute ecotopenkaart wordt opgebouwd door meerdere informatielagen van het intergetijdengebied samen te voegen: bodemhoogtekaart (hoogte en diepte), geomorfologische kaart, droogvalduurkaart, stromingskaart en zoutkaart. De stroomsnelheden zijn berekend met Simona waarbij gebruik gemaakt wordt van het SCALWEST2000 model, een kromlijnig grid.

  • Van de Westerschelde is in 2022 een ecotopenkaart gemaakt. Een zoute ecotopenkaart wordt opgebouwd door meerdere informatielagen van het intergetijdengebied samen te voegen: bodemhoogtekaart (hoogte en diepte), geomorfologische kaart, droogvalduurkaart, stromingskaart en zoutkaart. De stroomsnelheden zijn berekend met Simona waarbij gebruik gemaakt wordt van het SCALWEST2000 model, een kromlijnig grid.

  • Van de Oosterschelde is in 2021 een ecotopenkaart gemaakt. Een zoute ecotopenkaart wordt opgebouwd door meerdere informatielagen van het intergetijdengebied samen te voegen: bodemhoogtekaart (hoogte en diepte), geomorfologische kaart, droogvalduurkaart, stromingskaart en zoutkaart. De stroomsnelheden zijn berekend met Simona waarbij gebruik gemaakt wordt van het SCALWEST2000 model, een kromlijnig grid.

  • Van de Westerschelde is in 2011 een ecotopenkaart gemaakt. Een zoute ecotopenkaart wordt opgebouwd door meerdere informatielagen van het intergetijdengebied samen te voegen: bodemhoogtekaart (hoogte en diepte), geomorfologische kaart, droogvalduurkaart, stromingskaart en zoutkaart. De stroomsnelheden zijn berekend met Simona waarbij gebruik gemaakt wordt van het SCALWEST2000 model, een kromlijnig grid.

  • Een ecotoop is een ecomorfologische, landschappelijke karteerbare eenheid. Het ecotopenstelsel is ingedeeld aan de hand van de criteria hoogte, stroomsnelheid, golfhoogte, droogvalduur, geomorfologie, zoutgehalte en sedimentsamenstelling. Met de ecotopenindeling worden graduele overgangen in deze variabelen omgezet naar discrete, karteerbare eenheden. Veranderingen in voor de ecologie relevante veranderingen in stroomsnelheid etc. worden zo eenduidig kwantificeerbaar en te gebruiken voor verkenningen, planstudies en evaluaties van aanleg en beheer.

  • Van de Westerschelde is in 2001 een ecotopenkaart gemaakt. Een zoute ecotopenkaart wordt opgebouwd door meerdere informatielagen van het intergetijdengebied samen te voegen: bodemhoogtekaart (hoogte en diepte), geomorfologische kaart, droogvalduurkaart, stromingskaart en zoutkaart. De droogvalduur is gebaseerd op de bodemhoogtekaart 2001 en de opgetreden waterstanden in de periode 1998 tm 2001. De droogvalduur is berekend met het M2 model.

  • Van de Westerschelde is in 2016 een ecotopenkaart gemaakt. Een zoute ecotopenkaart wordt opgebouwd door meerdere informatielagen van het intergetijdengebied samen te voegen: bodemhoogtekaart (hoogte en diepte), geomorfologische kaart, droogvalduurkaart, stromingskaart en zoutkaart. De stroomsnelheden zijn berekend met Simona waarbij gebruik gemaakt wordt van het SCALWEST2000 model, een kromlijnig grid.