continual
Type of resources
Topics
Provided by
Years
Representation types
Update frequencies
status
online bronnen
Scale
Resolution
-
In Waterinfo en waterinfo-extra vindt u alle actuele, verwachte én historische meetgegevens over de rijkswateren. Rijkswaterstaat meet dagelijks onder andere de waterstanden, golfhoogtes, stroomgegevens en de waterkwaliteit.
-
De monitoringslocaties van het Landelijk Meetnet Water is een voorziening die verantwoordelijk is voor de inwinning, opslag en distributie van waterbeheergegevens. Via de meer dan 400 meetpunten, wordt data ingewonnen, verwerkt en opgeslagen in het rekencentrum. De gegevens worden vervolgens geleverd aan klanten.
-
Historische meetgegevens betreffende de fysisch-chemische en chemische componenten in zwevend stof van de rijkswateren afkomstig uit DONAR. De resultaten zijn afkomstig uit het nationale meetprogramma Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). Er worden veel verschillende parameters gemeten in het zwevende stof. Afhankelijk van de soort meting en locatie wordt eenmaal per jaar tot dagelijks gemeten. Dit onderdeel betreft de Fysisch-chemische en chemische componenten van het zwevend stof . Deze dataset vormt samen met de datasets Oppervlaktewater en Waterbodem de serie Waterkwaliteit - Chemisch.
-
Verwachting waterstanden en afvoeren
-
Via deze site is het mogelijk om de beeldbank van Rijkswaterstaat te zoeken naar foto's en video's.
-
Dit bestand geeft de voortgangsinformatie van het KRW-programma weer.
-
De wegkenmerkendatabase is een verzameling van databases met elk een relevant wegkenmerk dat gekoppeld kan worden aan het nationaal wegenbestand (NWB). Dit kunnen wegkenmerken zijn als bijvoorbeeld de maximumsnelheid, de breedte van de weg of de aanwezigheid van inritten. Voor elk van deze wegkenmerken is een apart bestand aanwezig. Er zijn kenmerken met een jaarlijkse update en kenmerken met een maandelijkse update. In eerste instantie is deze wegkenmerkendatabase ontwikkeld voor de verkeersveiligheid, maar deze zou ook voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. Hier zijn de volgende kenmerken in het CSV formaat te downloaden: - Aslastbeperkingen (maandelijks) - Bomen (jaarlijks) - Fietsstrooiroutes (jaarlijks) - Geleiderails (jaarlijks) - Hoogtebeperkingen (maandelijks) - Inritten (jaarlijks) - Komgrenzen (maandelijks) - Lastbeperkingen (maandelijks) - Lengtebeperkingen (maandelijks - Middenbermbreedte (jaarlijks) - Oversteekplaatsen (jaarlijks) - Parkeerpunten (jaarlijks) - Parkeervlakken (jaarlijks) - RVM (maandelijks) - Schoolzone (maandelijks) - Verkeerscentrales (jaarlijks) - Verkeerstypen (maandelijks) - Voetgangersoversteekplaatsen (jaarlijks) - Vrachtwagentolheffingsnetwerk (maandelijks en tevens in XML beschikbaar) - Wegbreedte (maandelijks) - Wegcategorisering (maandelijks) - Wegversmallingen (maandelijks)
-
Betreft monitoringsdata. In de periode 2008-2013 heeft het Havenbedrijf Rotterdam de eerste fase van Maasvlakte 2 aangelegd. De nieuwe haven beslaat zo’n 2,5% van de totale Voordelta, een Natura2000 gebied. Zowel de aanleg als de aanwezigheid van de haven heeft volgens de Milieu Effect Rapportage (MER) effecten op aanwezige dier- en plantensoorten. De effecten van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2 voor de natuur en leefomgeving zijn met verschillende maatregelen gecompenseerd en gemitigeerd. Zo is een bodembeschermingsgebied van 25.000 ha in de Voordelta ingesteld (10x de grootte van het oppervlak van de nieuwe haven) met daarbinnen rustgebieden voor vogels. Daarnaast is er in 2009 een nieuw duingebied gerealiseerd bij ‘s Gravezande (Spanjaardsduin) om de stikstofdepositie die na ingebruikname van de Tweede Maasvlakte toeneemt, te compenseren. Ook zijn diverse maatregelen genomen om de effecten van de aanleg te compenseren en mitigeren. Om de effectiviteit van deze genomen maatregelen te monitoren zijn drie Monitoring- en Evaluatieplannen (MEP) opgesteld en uitgevoerd.
-
De doorgaande NAP -20 meter dieptelijn is een vereenvoudiging van de fysieke NAP -20 meter dieptelijn. De fysieke of werkelijke NAP -20 meter dieptelijn is erg grillig en kan onder invloed van zandtransport door stromingen en golven veranderen. Daarom is gekozen voor de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn. Die is vastgelegd in coordinaten en verandert niet. De doorgaande NAP -20 meterlijn is voor Zeeland al in 1993 doorgevoerd in het 'Beleidsplan Voordelta', dat ook ondertekend is door LNV, en voor de rest van de kust in het 'Regionaal Ontgrondingenplan Noordzee' in 2004 en in de 'Nota Ruimte' in 2005/6. In de Nota Ruimte is daar de term 'zeewaartse begrenzing kustfundament' aan gehangen. De ligging van de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn is in overleg tussen V&W, LNV en VROM tot stand gekomen en in coordinaten vastgelegd in het "geopakhuis' bij RWS Noordzee. De NAP -20 meter is niet willekeurig gekozen. In het Deltagebied en in het Waddengebied gaat op die diepte de onderzeese kusthelling over in de vlakkere zeebodem. Lokaal wordt dit wat gecompliceerd door ebdelta's en zandbanken, maar het is wel een goede keus als grens voor het kustsysteem. Daarnaast is op basis van de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn op 2 km zeewaarts hiervan een lijn gedefinieerd ter begrenzing van de grootschalige zandwinning.
-
Deze rapporten zijn het resultaat van een initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Rijkswaterstaat), de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg. In de rapporten staan de belangrijkste bevindingen ten aanzien van het overstromingsrisico van het betreffende dijkringgebied en de mogelijke gevolgen hiervan, en een beschrijving van de effecten van dijkversterking en/of rivierverruiming
Dataregister Rijkswaterstaat