From 1 - 10 / 156
  • Betreft monitoringsdata. In de periode 2008-2013 heeft het Havenbedrijf Rotterdam de eerste fase van Maasvlakte 2 aangelegd. De nieuwe haven beslaat zo’n 2,5% van de totale Voordelta, een Natura2000 gebied. Zowel de aanleg als de aanwezigheid van de haven heeft volgens de Milieu Effect Rapportage (MER) effecten op aanwezige dier- en plantensoorten. De effecten van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2 voor de natuur en leefomgeving zijn met verschillende maatregelen gecompenseerd en gemitigeerd. Zo is een bodembeschermingsgebied van 25.000 ha in de Voordelta ingesteld (10x de grootte van het oppervlak van de nieuwe haven) met daarbinnen rustgebieden voor vogels. Daarnaast is er in 2009 een nieuw duingebied gerealiseerd bij ‘s Gravezande (Spanjaardsduin) om de stikstofdepositie die na ingebruikname van de Tweede Maasvlakte toeneemt, te compenseren. Ook zijn diverse maatregelen genomen om de effecten van de aanleg te compenseren en mitigeren. Om de effectiviteit van deze genomen maatregelen te monitoren zijn drie Monitoring- en Evaluatieplannen (MEP) opgesteld en uitgevoerd.

  • Site van de samenwerkende organisaties voor de Waddenzee. Beschrijving van het monitoringsprogramma TMAP

  • Betreft monitoringsdata. Bij de start van de bouw van de eerste windparken op zee was nog veel onbekend over de ecologische effecten. Het Shortlist onderzoek richt zich op enerzijds de verspreiding van soorten (vogels, vissen en zeezoogdieren) en anderzijds de effecten op deze soorten in relatie tot de bouw en aanwezigheid van windparken. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode 2010-2011. Rapporten zijn te vinden op www.informatiehuismarien.nl

  • Historische meetgegevens betreffende Algen, Fytobentos, macrofauna. De resultaten zijn afkomstig van de landelijke monitoringsprogramma's van Rijkswaterstaat. Afhankelijk van de soort meting en locatie wordt eenmaal per jaar tot dagelijks gemeten..

  • Jaarlijks wordt een GWV bestand geleverd of aangemaakt, dat de situatie op 31-12 van een voorgaande jaar beschrijft. Het GWV bestand bevat o.a. de volgende geluidswerende objecten: 1. Geluidwallen 2. Geluidschermen 3. Tunnelingangen 4. Verdiept liggende wegdelen De gegevens in het GWV bestand bestaan uit: 1. Geometrie van het object 2. Beschrijvende kenmerken van het object die van belang zijn voor de geluidwerende functie 3. Foto’s van het object De aanleiding voor de wijzigingen in het GWV bestand zijn onder te verdelen in 3 categorieën: 1. Nieuwe geplaatse voorzieningen. 2. Wijzigingen als gevolg van het plaatsen van kleinere voorzieningen of uitbreiden van bestaande voorzieningen. 3. Wijzigingen als gevolg van het slopen van voorzieningen.

  • Op deze website worden in opdracht van het Rijk gegevens gepresenteerd die relevant zijn voor de monitoring van lokaal en regionaal klimaatbeleid.

  • De kartering 2008 is uitgevoerd voor 5 locaties: Koningssteen, Ooijen, Aijen, Bergen en Beugen. De Oude grenzenmethode is toegepast, waarbij de kartering 2009 het uitgangspunt is. De kartering is vervaardigd volgens de methodiek 3de cyclus Ecotopen. Aanpassingen voor het programma Natuurvriendelijke oevers Maas zijn beschreven in de toelichting Monitoring vegetatiestructuur en oeverlijn Eroderende oevers Maas 2008/2009 . Voor de kartering is de fotovlucht, opgenomen d.d. 26 spetember 2008 en 20 oktober 2008 (RGB-kleuren), gebruikt. Er is gevlogen op schaal 1:10.000 met een grondresolutie van 12 cm. In de Ecotopenvlucht 2008 is een fout in de geometrie geconstateerd varierend tussen 1m en 3m. Om deze reden zijn alleen de genoemde locaties uitgewerkt. Naast de vegetatiestructuur is ook de 'bovenkant talud' en de 'bovenzijde erosierand' vastgelegd.

  • Orthofotomozaiek van het projectgebied Oosterschelde vervaardigd uit stereoluchtfoto-opnamen op 24-07-2019 ter ondersteuning van het vegetatie monitoringsprogramma in opdracht van WVL

  • De kartering is vervaardigd volgens de methodiek 3de cyclus Ecotopen. Aanpassingen voor het programma Natuurvriendelijke oevers Maas zijn beschreven in de toelichting Monitoring vegetatiestructuur en oeverlijn Eroderende oevers Maas 2009 . Als basis voor de kartering is in de fotovlucht d.d. 29 mei 2009 (infrarood) gebruikt, gevlogen op schaal 1:5000 met een grondresolutie van 6 cm.. Naast de vegetatiestructuur is ook de 'bovenkant talud' en de 'bovenzijde erosierand' vastgelegd.

  • De kartering is vervaardigd volgens de methodiek 3de cyclus Ecotopen. Aanpassingen voor het programma Natuurvriendelijke oevers Maas zijn beschreven in de toelichting Monitoring vegetatiestructuur en oeverlijn Eroderende oevers Maas 2009 . Als basis voor de kartering is in de fotovlucht d.d. 2 en 21 juni 2012 (infrarood) gebruikt, gevlogen op schaal 1:5000 met een grondresolutie van 6 cm. Naast de vegetatiestructuur is ook de 'bovenkant talud' en de 'bovenzijde erosierand' vastgelegd.