From 1 - 10 / 40
  • De doorgaande NAP -20 meter dieptelijn is een vereenvoudiging van de fysieke NAP -20 meter dieptelijn. De fysieke of werkelijke NAP -20 meter dieptelijn is erg grillig en kan onder invloed van zandtransport door stromingen en golven veranderen. Daarom is gekozen voor de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn. Die is vastgelegd in coordinaten en verandert niet. De doorgaande NAP -20 meterlijn is voor Zeeland al in 1993 doorgevoerd in het 'Beleidsplan Voordelta', dat ook ondertekend is door LNV, en voor de rest van de kust in het 'Regionaal Ontgrondingenplan Noordzee' in 2004 en in de 'Nota Ruimte' in 2005/6. In de Nota Ruimte is daar de term 'zeewaartse begrenzing kustfundament' aan gehangen. De ligging van de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn is in overleg tussen V&W, LNV en VROM tot stand gekomen en in coordinaten vastgelegd in het "geopakhuis' bij RWS Noordzee. De NAP -20 meter is niet willekeurig gekozen. In het Deltagebied en in het Waddengebied gaat op die diepte de onderzeese kusthelling over in de vlakkere zeebodem. Lokaal wordt dit wat gecompliceerd door ebdelta's en zandbanken, maar het is wel een goede keus als grens voor het kustsysteem. Daarnaast is op basis van de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn op 2 km zeewaarts hiervan een lijn gedefinieerd ter begrenzing van de grootschalige zandwinning.

  • Historische meetgegevens betreffende de fysisch-chemische en chemische componenten van het oppervlaktewater in de rijkswateren. De resultaten zijn afkomstig uit het nationale meetprogramma Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). Er worden veel verschillende parameters gemeten in het oppervlaktewater. Afhankelijk van de soort meting en locatie wordt incidenteel, eenmaal per jaar tot dagelijks gemeten. Deze dataset vormt samen met de datasets Zwevend stof en Waterbodem de serie Waterkwaliteit - Chemisch.

  • Serie aan rijlijnen waarop informatie geprojecteerd is, zoals bijvoorbeeld snelheden, wegdektype, verkeersgegevens en hoogte-informatie.

  • Betreft monitoringsdata. Het Offshore Windpark Egmond aan Zee is het eerste offshore windpark dat in de Noordzee voor de Nederlandse kust is gebouwd. Het park bestaat uit 36 windmolens met ieder een vermogen van 3 MW. De locatie van het park ligt 10 tot 18 kilometer uit de kust bij Egmond aan Zee. Het is een demonstratiepark: De hier ontwikkelde kennis en opgedane ervaring is belangrijk voor de verdere ontwikkeling van windenergie op zee. Hierbij gaat het om techniek, ecologie, economische en maatschappelijke haalbaarheid. NoordzeeWind, een consortium van Nuon en Shell en eigenaar van OWEZ, won de tender voor OWEZ in combinatie met het zogenoemde MEP-NSW onderzoeksprogramma, een onderzoeksprogramma opgezet door de Rijksoverheid in 2006. Hierin staan leerdoelen voor de ontwikkeling van wind op zee. Het MEP-NSW heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de leerdoelen van offshore windenergie. In het monitoring- en evaluatieprogramma staan de volgende ecologische vraagstukken centraal: •Vogels: vliegpatronen, aanwezigheid, intensiteit, seizoen, dag/nacht in verband met inschatting aanvaringsrisico’s: Vogels: verstoring leef-/foerageergebied, barrièrewerking. De invloed van onderwatergeluid op vissen en zeezoogdieren. De variatie en dichtheden van het onderwaterleven en het functioneren als refugium.

  • Digitaal Topografisch Bestand van de natte hoofdinfrastructuur in beheer bij Rijkswaterstaat (DTB-Nat) en de droge hoofdinfrastructuur (DTB-Droog) in beheer bij Rijkswaterstaat opgebouwd uit punt-, lijn- en vlakinformatie.

  • Digitaal Topografisch Bestand van de natte hoofdinfrastructuur in beheer bij Rijkswaterstaat (DTB-Nat) en de droge hoofdinfrastructuur (DTB-Droog) in beheer bij Rijkswaterstaat opgebouwd uit punt-, lijn- en vlakinformatie.

  • Serie aan punten waarop informatie geprojecteerd is, zoals bijvoorbeeld ligging, hoogte-informatie en vastgestelde geluidproductieplafonds.

  • Deze dataset moet alle afspraken bevatten die met derden zijn gemaakt en een uitzondering vormen op het generieke uitgangspunt dat alles dat eigendom van I&W is ook beheerd dient te worden door de prestatiecontractaannemer. Dit alles met betrekking tot het natte areaal van Rijkswaterstaat in Zuid-Nederland. De uit deze dataset te vormen grens wordt de TOGA genoemd. TOGA: Te Onderhouden Gebieden en Assets. De TOGA grens komt tot stand op basis van het zogenaamde afpelmodel. Hierbij worden alle eigendommen van RWS op basis van gemaakte afspraken met derden of andere organisatieonderdelen vermeerderd of in mindering gebracht. Hierbij worden de volgende categorieën afspraken onderscheiden: - Domein B: vermeerderd met (BIJ): onderhoudstaken aan assets/IH van derden uit te voeren door RWS - Domein C: verminderd met (AF): onderhoudstaken aan assets/IH belegd bij andere RWS-organisatieonderdelen - Domein D: verminderd met (AF): onderhoudstaken aan assets/IH belegd bij andere partij buiten RWS - Domein E: verminderd met (AF): onderhoudstaken aan assets/IH (tijdelijk) belegd bij andere contracten binnen RWS De domeinen zijn in de vorm van vlakken in deze dataset opgenomen. Als al deze zaken volledig en correct in kaart zijn gebracht is op basis van het kadastrale eigendom van I&M en deze domeinen het te onderhouden gebied vast te stellen voor het PrestatieContract Nat 19-24. Dit is het gebied waarop tijdens de aanbesteding wordt ingeschreven en waar de aannemer tijdens de uitvoering verantwoordelijkheid draagt. Deze grens kan en zal gedurende de looptijd van het contract nog worden aangepast aan de veranderde werkelijkheid. Toch is het doel om deze grens zo exact mogelijk de beheer- en onderhoudssituatie bij aanvang van het contract te laten weergeven om er voor te zorgen dat een minimum aan wijzigingen (VTW's) tijdens de looptijd nodig zullen zijn. Voor de grens gelden de volgende generieke uitgangspunten: - Tenzij anders aangegeven zijn alle borden uit Vamis altijd in beheer/onderhoud bij de PCN aannemer. - Tenzij anders aangegeven zijn alle zorg-plichtige bomen op kadastraal eigendom van I&M altijd in beheer/onderhoud bij de PCN aannemer. - Tenzij anders aangegeven zijn alle oevers (lijn tussen land en water) op kadastraal eigendom van I&M altijd in beheer/onderhoud bij de PCN aannemer. Revisie 12-10-2018 : N.a.v. een update van de data in de PCN 19-24 dataroom. Nieuwe randbeheergrens gegenereerd, nieuwe RVB percelen toegevoegd, diverse afspraken aangepast/toegevoegd/verwijderd. Revisie 09-04-2018 : Feedback van PPO daar waar mogelijk verwerkt in de data. Alle afmeervoorzieningen ZN nagelopen en waar nodig gecorrigeerd. Verhardingen D2.13 opnieuw gegenereerd. Definitieve dataroom versie TOGA PCN 19-24 (aanbesteding). Revisie 28-03-2018 : Dataroom versie PCN 19-24, in deez versie is een nieuwe kadaster dataset verwerkt, de meest actuele RVB data. Nieuwe afspraken en feedback is verwerkt en de opmaak van de dataset is aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de andere data in de BKN ZN plus database. Afpel en TOGA maken vanaf nu deel uit van de BKN ZN plus database. Revisie 07-12-2017 : Meer feedback en BOP's verwerkt, generiek alle wegen uit TOGA gehaald ivm WHW Revisie 06-11-2017 : eerste feedback en BOP's verwerkt Revisie 01-09-2017 : Nieuwe kadastrale data verwerkt (d.d. 01-07-2017), nieuwe RVB data verwerk (d.d. 05-08-2017), aanpassingen n.a.v. interviews en feedback uit vorige publicatie. Revisie 06-11-2017: BMK afspraken toegevoegd (eerdere versie bevatte oude grens uit BMK 1.5 contract), randbeheerlijn toegevoegd (twee meter oever op I&M eigendom), grote hoeveelheid RVB restvlaken (tekenfouten RVB) bijgewerkt (restruimte tussen overeenkomsten en in water overstekende vlakken).

  • Historische meetgegevens betreffende de fysisch-chemische en chemische componenten in zwevend stof van de rijkswateren afkomstig uit DONAR. De resultaten zijn afkomstig uit het nationale meetprogramma Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). Er worden veel verschillende parameters gemeten in het zwevende stof. Afhankelijk van de soort meting en locatie wordt eenmaal per jaar tot dagelijks gemeten. Dit onderdeel betreft de Fysisch-chemische en chemische componenten van het zwevend stof . Deze dataset vormt samen met de datasets Oppervlaktewater en Waterbodem de serie Waterkwaliteit - Chemisch.

  • De doorgaande NAP -20 meter dieptelijn is een vereenvoudiging van de fysieke NAP -20 meter dieptelijn. De fysieke of werkelijke NAP -20 meter dieptelijn is erg grillig en kan onder invloed van zandtransport door stromingen en golven veranderen. Daarom is gekozen voor de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn. Die is vastgelegd in coordinaten en verandert niet. De doorgaande NAP -20 meterlijn is voor Zeeland al in 1993 doorgevoerd in het 'Beleidsplan Voordelta', dat ook ondertekend is door LNV, en voor de rest van de kust in het 'Regionaal Ontgrondingenplan Noordzee' in 2004 en in de 'Nota Ruimte' in 2005/6. In de Nota Ruimte is daar de term 'zeewaartse begrenzing kustfundament' aan gehangen. De ligging van de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn is in overleg tussen V&W, LNV en VROM tot stand gekomen en in coordinaten vastgelegd in het "geopakhuis' bij RWS Noordzee. De NAP -20 meter is niet willekeurig gekozen. In het Deltagebied en in het Waddengebied gaat op die diepte de onderzeese kusthelling over in de vlakkere zeebodem. Lokaal wordt dit wat gecompliceerd door ebdelta's en zandbanken, maar het is wel een goede keus als grens voor het kustsysteem. Daarnaast is op basis van de doorgaande NAP -20 meter dieptelijn op 2 km zeewaarts hiervan een lijn gedefinieerd ter begrenzing van de grootschalige zandwinning.